Huisregels
Grondwet van de bierbunker
Artikel 1 – Algemene bepalingen
1. De Bierbunker is een onafhankelijke en soevereine entiteit, gelegen op het grondgebied van de eigenaar maar onderworpen aan haar eigen wetten.
2. De primaire functie van de Bierbunker is het bevorderen van ontspanning, vriendschap en het consumeren van drank naar keuze.
3. Respect voor de bunker en haar inwoners is verplicht.
Artikel 2 – De hiërarchie
1. De President is de absolute leider van de Bierbunker en zijn of haar woord is wet.
2. De Vice-President wordt door de President verkozen en heeft als taak de orde te handhaven in afwezigheid van de President.
3. De President benoemt vijf ministers met specifieke bevoegdheden:
- Minister van Financiën en Drugsbeleid: beheert de kas en controleert het drank- en eventueel rookbeleid.
- Minister van Buitenlandse Zaken: onderhoudt contacten met andere drinkgelegenheden en regelt diplomatieke missies.
- Minister van Mobiliteit: beoordeelt of iemand nog mag rijden of beter kan blijven slapen.
- Minister van Defensie: beschermt de Bunker tegen externe dreigingen (zoals ouders, buren of onverwachte bezoekjes van nuchtere vrienden).
- Minister van Justitie: handhaaft de wet en spreekt recht bij conflicten.
Artikel 3 – Drankbeleid
1. Bier wordt erkend als nationale drank van de Bierbunker.
2. Andere dranken zijn toegestaan mits ze bijdragen aan de algemene sfeer.
3. Wie een nieuw, zeldzaam of bijzonder drankje meebrengt, verdient automatisch het respect van de mede-inwoners.
Artikel 4 – Mobiliteitsregels
1. Niemand mag de Bierbunker verlaten met de intentie om te rijden indien er twijfel bestaat over rijvaardigheid.
2. De Minister van Mobiliteit heeft het recht om sleutels in bewaring te nemen bij overtreding van Artikel 4.1.
3. Fietsen mag, maar enkel met een begeleider die nuchter genoeg is om obstakels te identificeren.
Artikel 5 – Wijzigingen aan de grondwet
1. Wijzigingen aan deze grondwet kunnen enkel plaatsvinden met een tweederdemeerderheid van de aanwezige leden en de goedkeuring van de President.
2. De Vice-President heeft vetorecht indien een wijziging de essentie van de Bierbunker in gevaar
Strafrecht van de bierbunker
STRAFRECHT VAN DE BIERBUNKER
Strafrecht Hoofdstuk 1 – Indeling van overtredingen
Categorie 1: Kleine overtredingen
Dit zijn lichte vergrijpen die de sfeer verstoren, maar niet catastrofaal zijn.
- Per ongeluk morsen van drank zonder directe schade.
- Een flauwe mop maken die door niemand wordt gewaardeerd.
- Ongevraagd de muziek veranderen.
- In slaap vallen op de zetel zonder je glas leeg te drinken.
- De koelkast openen zonder te vragen wat iemand wil.
Categorie 2: Matige overtredingen
Deze misdrijven hebben een merkbare impact op de Bierbunker en vereisen correctie.
- Expres bier verspillen of een drankje zonder toestemming nemen.
- Herhaaldelijk slechte muziek opzetten ondanks klachten.
- De hiërarchie niet respecteren (zoals de President tegenspreken zonder een goed argument).
- Overmatig luid praten en gesprekken van anderen verstoren.
- Een spelletje vals spelen en dit niet toegeven.
Categorie 3: Ernstige overtredingen
Deze overtredingen kunnen de orde in de Bierbunker ernstig verstoren.
- Bewust liegen over hoeveel drank er nog is in de koelkast.
- Een geheime voorraad drank aanleggen zonder deze te delen.
- De Minister van Mobiliteit negeren en tóch dronken willen rijden.
- Drank stelen van een ander zonder compensatie.
- Persoonlijke ruzies meenemen in de Bunker en de sfeer verpesten.
Categorie 4: Zeer ernstige overtredingen
Dit zijn misdaden die het voortbestaan van de Bierbunker in gevaar brengen.
- Expres glaswerk breken zonder verantwoording te nemen.
- Een lid van de hiërarchie zonder geldige reden proberen af te zetten.
- De Bierbunker verklikken aan externe autoriteiten (zoals ouders of buren).
- De koelkast saboteren of het koelsysteem uitschakelen.
- Het organiseren van een privéfeest zonder toestemming van de President.
Categorie 5: Hoogverraad
Dit zijn daden die de kernwaarden van de Bierbunker verraden en zijn bijna onvergeeflijk.
- Het meenemen van ongewenste, sober gebleven indringers zonder toestemming.
- De President in een dronken bui proberen af te zetten met een staatsgreep.
- Expres de bierbevoorrading saboteren door geen nieuwe voorraad in te slaan.
- De Bierbunker verlaten en overstappen naar een rivaliserende drinkgroep zonder officiële diplomatieke missie.
- Water drinken zonder medische reden terwijl anderen drinken.
Hoofdstuk 2 – Strafmaten
Straffen voor Categorie 1 (Kleine overtredingen)
- Een extra biertje halen voor de groep.
- Een verplichte rondje uitgeven bij de volgende gelegenheid.
- Openbare excuses aanbieden onder luid boegeroep.
Straffen voor Categorie 2 (Matige overtredingen)
- Een hele avond biertapper zijn zonder zelf als eerste te drinken.
- Het verplicht dragen van een gênant attribuut (zoals een rare hoed of een kinderlijk shirt).
- Een officiële speech houden waarin je je misstap uitlegt.
Straffen voor Categorie 3 (Ernstige overtredingen)
- Een strafbiertje drinken dat door anderen wordt samengesteld.
- Een avond lang enkel water drinken (indien door de meerderheid goedgekeurd).
- Een taakstraf uitvoeren, zoals het opruimen van de Bierbunker na een drukke avond.
Straffen voor Categorie 4 (Zeer ernstige overtredingen)
- Tijdelijk verbod op toegang tot de Bierbunker (duur bepaald door de President).
- Officiële degradatie uit een functie binnen de hiërarchie.
- De straf van "De Grote Schande": een beschamend feit over jezelf onthullen aan de groep.
Straffen voor Categorie 5 (Hoogverraad)
- Permanente verbanning, tenzij een speciaal tribunaal (bestaande uit de President en ministers) genade verleent.
- Vernederingsceremonie: de overtreder moet de hele groep bedienen zonder zelf te drinken.
- Officiële publieke afgang: een schandepost op sociale media (mits toegestaan door de wet van de echte wereld).
Strafprocesrecht van de bierbunker
Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen
Artikel 1 – Het doel van het strafprocesrecht
1. Het strafprocesrecht van de Bierbunker heeft als doel om overtredingen op een eerlijke en rechtvaardige manier te beoordelen.
2. Straffen moeten in verhouding staan tot de ernst van de overtreding en mogen geen blijvende schade toebrengen aan de vriendschap tussen leden.
3. Iedereen is onschuldig tot het tegendeel bewezen is (tenzij ze hun misstap in een dronken bui al hebben toegegeven).
Artikel 2 – Toepassingsgebied
1. Dit strafprocesrecht geldt binnen de grenzen van de Bierbunker en tijdens alle officiële activiteiten van de Bierbunker.
2. Overtredingen begaan buiten de Bierbunker vallen alleen onder deze wet als ze direct invloed hebben op de groep.
Hoofdstuk 2 – De rechtsgang
Artikel 3 – Aangifte van een overtreding
1. Elke inwoner van de Bierbunker mag een overtreding melden bij de Minister van Justitie.
2. Een overtreding moet binnen een redelijke termijn worden gemeld, tenzij het gaat om een misdrijf uit Categorie 4 of 5.
3. Wie valselijk een aanklacht indient, kan zelf worden bestraft.
Artikel 4 – De vervolging
1. De Minister van Justitie beslist of de zaak voor de rechtbank komt of informeel wordt opgelost met een directe straf.
2. In ernstige gevallen beslist de President of er een proces komt. 3. Overtreders mogen pleiten voor hun onschuld, maar zijn verplicht mee te werken aan het onderzoek.
Hoofdstuk 3 – Het proces
Artikel 5 – De rechtbank van de Bierbunker
1. Een proces vindt plaats in de Bierbunker en wordt geleid door de Minister van Justitie.
2. De Minister van Justitie fungeert als rechter en zorgt voor een eerlijke beoordeling.
3. De Vice-President kan als openbaar aanklager optreden.
4. De beschuldigde mag zichzelf verdedigen of een vrijwillige advocaat kiezen uit de aanwezigen.
5. Bij ernstige zaken mag een jury van drie neutrale leden worden samengesteld.
Artikel 6 – Bewijsmateriaal
1. Bewijs kan bestaan uit ooggetuigenverslagen, videomateriaal, of logische redenering op basis van dronken acties.
2. Beroep doen op "ik was te zat om het te herinneren" is enkel toegestaan als er geen tegenbewijs is.
3. Getuigen moeten eerlijk antwoorden, tenzij hun eigen strafvervolging daardoor in gevaar komt.
Artikel 7 – Uitspraak en strafoplegging
1. Na het horen van de aanklager, verdediging en eventuele getuigen, velt de Minister van Justitie het vonnis.
2. Bij twijfel wordt de beslissing voorgelegd aan de President, wiens oordeel definitief is.
3. De strafmaat moet in overeenstemming zijn met het Strafwetboek van de Bierbunker.
Hoofdstuk 4 – Beroep en gratie
Artikel 8 – Hoger beroep
1. Een veroordeelde mag in beroep gaan tegen een uitspraak als er nieuw bewijs is of als er sprake is van een oneerlijke rechtsgang.
2. Het hoger beroep wordt beoordeeld door de President en twee ministers.
3. De uitspraak in hoger beroep is definitief en moet worden gerespecteerd.
Artikel 9 – Gratie en amnestie
1. De President heeft het recht om gratie te verlenen aan veroordeelden als hij of zij dat gepast vindt.
2. De Bierbunker kan collectief amnestie verlenen aan een groep overtreders na een speciaal ingelaste "Vergevingsronde", waarin iedereen schuldbewust een biertje aanbiedt aan de rest.
3. Personen die een straf hebben uitgezeten, worden weer als volwaardige leden beschouwd en mogen niet langer herinnerd worden aan hun zonden
"Disclaimer deze website is alleen als entertainment bedoeld en deze bar is niet toegankelijk voor het publiek"